Inleiding

Archieven worden tijdens hun levensloop geconfronteerd met verschillende gevaren. Deze gevaren kunnen archieven beschadigen of helemaal vernietigen. Het is goed om zich daar bewust van te zijn.

Meest voorkomende gevaren

Terug naar toolbox
  1. Interne fysische factoren: hebben betrekking op de drager. Papier is bijvoorbeeld sterk onderhevig aan verval door schadelijke stoffen zoals lignine. Dit wordt de verzuring van papier genoemd. Het papier krijgt een bruine kleur, wordt bros en valt uit elkaar. Dit proces is onomkeerbaar.
  2. Externe fysische factoren: zoals de gebruikte inkt, blootstelling aan licht, luchtverontreiniging, temperatuurschommelingen, wijzigingen van de luchtvochtigheid, waterschade en brand dragen eveneens bij aan het verval van het materiaal.
  3. Biologische factoren: zoals insecten, knaagdieren, schimmels en bacteriën doen geen goed. Schimmels
    groeien vooral bij een hoge luchtvochtigheid en zijn te herkennen aan verkleuringen op het papier.
  4. Menselijke factoren: liggen aan de basis van gebruiksschade. Te vaak en het onvoorzichtig raadplegen van archiefstukken of foute restauratie of bewaring verkorten hun levensduur. Het komt soms voor dat door slordigheid of kwaad opzet (zoals diefstal of vandalisme) archieven verdwijnen of beschadigd raken.

    Meer informatie over dit onderwerp vind je in de Schadeatlas Archieven van Metamorfoze (Nederland) en Schadeatlas Bibliotheken van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek. Op deze webpagina van FARO kan je doorklikken naar info over verschillende materialen.