Terug naar Archief en collectie in de kijker

Op zondag 1 oktober 1933 opende het Antwerpse Sportpaleis zijn deuren met een loopwedstrijd dwars door de stad naar het nieuwe gebouw en een wielerwedstrijd op de piste tussen Belgische en Nederlandse renners. Het "paleis" in Merksem, even ten noorden van de stad, was precies gebouwd voor zulke grote sportmanifestaties. Enkele initiatiefnemers waren: Alfred Martougin, Lambert Gielen, Frans Helsen en Edward Maes (van de gelijknamige brouwerij), Antoon Van Opstraet en Edmond Van Tassel (vanaf 1933 en 1934 uitgevers van de bladen "Sport-Revue" en "De Dag") en Louis De Winter (gemeentesecretaris van Brasschaat). De bouw, die startte in januari 1932, kende de nodige moeilijkheden en vertragingen. Vooral het stalen dakgebinte van 80 meter breed en 132 meter lang baarde opzien. Het pronkstuk was echter de 250 meter lange houten wielerbaan. Baanwielrennen, rond de eeuwwisseling overgewaaid uit de Verenigde Staten, was in de jaren twintig en dertig erg populair. Het nieuwe gebouw telde 12.000 zitplaatsen, naast de staanplaatsen in het midden van de piste. Ter gelegenheid van de opening verscheen een serie van twaalf prentkaarten waarop trots de wielerbaan en de technische installaties werden getoond.

Tot de Tweede Wereldoorlog bleef het baanwielrennen de belangrijkste publiekstrekker. In 1934 kreeg Antwerpen zijn eigen "Six Days" of "Zes Dagen", waarbij ploegen van telkens twee renners gedurende zes dagen koersten. In 1938 werd een ijspiste aangelegd, een initiatief van de Belgische sportvedette Martial van Schelle. Bij de bevrijding in september 1944 lag het Sportpaleis gedurende een maand aan de frontlinie, met grote schade tot gevolg. Pas vanaf einde 1946 konden weer evenementen worden georganiseerd. Het baanwielrennen bleef erg belangrijk in de jaren vijftig en zestig, met de herneming van de "Zes Dagen van Antwerpen" en de "Grote Prijs Stan Ockers", ingericht na zijn tragische dood op de piste. Ook boks- en worstelwedstrijden bleven, net als in de jaren dertig, een vast onderdeel van het programma.

Tot de Tweede Wereldoorlog bleef het baanwielrennen de belangrijkste publiekstrekker. In 1934 kreeg Antwerpen zijn eigen "Six Days" of "Zes Dagen", waarbij ploegen van telkens twee renners gedurende zes dagen koersten.

Na de oorlog was er echter ook meer en meer aandacht voor internationale shows en spektakel. Het waren de hoogdagen van de "Wiener Eisrevue", later opgevolgd door "Holiday on Ice", en de "Harlem Globetrotters". Terugkerende evenementen tot in de jaren tachtig waren "De Nacht van de Naastenliefde", de kinderfeesten georganiseerd door "Kindervreugd", het "Nationaal Zangfeest", de "Handelsjaarbeurs van Antwerpen", de bloemententoonstellingen en de vakantiebeurzen. Het aantal sportevenementen nam na de jaren zestig, met de opkomst van de televisie, gestaag af. De laatste "Zes Dagen" werd gereden in 1983. Wel werden er nog jumping en tennistornooien georganiseerd. Intussen evolueerde het Sportpaleis naar een immense concerthal met het jaarlijkse kleinkunstevenement Nekka (1971) en talrijke optredens van buitenlandse artiesten als The Rolling Stones (1973) en Pink Floyd (1977). In 1985 ging de populaire "Night of the Proms" van start.

De omvangrijke collectie van het Antwerpse Sportpaleis, bestaande uit voorwerpen, drukwerk, foto's, affiches en audiovisueel materiaal, werd in 1997 onder impuls van gedeputeerde Charles De Weze door de provincie Antwerpen aangekocht uit de faling van de NV Sportpaleis. Bedoeling van de aankoop was o.m. om het bronzen borstbeeld van wielrenner Stan Ockers, dat sinds 1956 in de inkomhal stond, te redden. Deze buste en die van Poeske Scherens en Louis De Winter werden ondergebracht in de kunstcollectie van de provincie. De twee tandems, die in de jaren vijftig en zestig werden gebruikt als gang-makerfietsen, en de rondebel kregen een plaats in het Sportmuseum Vlaanderen (Heverlee) en in het Nationaal Wielermuseum (Roeselare). Het overige van de collectie werd overgebracht naar het provinciearchief en nadien ontsloten. Het archief van de naamloze vennootschap bleef helaas niet bewaard, met uitzondering van enkele bouwtekeningen uit 1931-1933 van architect Albert Herent en Nobels Speelman, ontwerper van de dakconstructie. In 2011 vond het archief een nieuw onderkomen in het FelixArchief en het Sportimonium. De foto's en videobanden werden overgedragen aan het felixarchief. De affiches werden ondergebracht in het Sportimonium.

De hoofdmoot van de collectie, de zowat duizend foto's en honderden affiches, werden in de loop van 2008 geordend en beschreven. De foto's, voor de meerderheid zwart-wit en oorspronkelijk bewaard in fotoalbums, geven een mooi beeld van de talrijke sportevenementen, concerten, shows, beurzen en tentoonstellingen die tussen 1933 en 1985 in het Sportpaleis plaatsvonden. Een honderdtal foto's toont ook de bouw van het paleis en de oorlogsschade in 1944. De verzameling affiches herbergt enkele prachtexemplaren uit de jaren dertig en vijftig van o.m. bokswedstrijden of schaars geklede dames van de "IJsrevue".

Verder zijn er honderden programmaboekjes en catalogi, waarvan de oudste dateren uit de beginjaren van het Sportpaleis. Hierbij hoort een volledige reeks van "Het Sportnieuws" (1949-1980), een blaadje dat wekelijks door het Sportpaleis werd verspreid en vertelde over de evenementen en grote vedetten van die tijd.

Bronnen:

Steekkaart in Archiefbank: Affichecollectie van Sportpaleis Antwerpen NV. 1931-1999

Steekkaart in Archiefbank: fotocollectie van Sportpaleis Antwerpen NV. 1931-1999