Terug naar Archief en collectie in de kijker
Naar vorige pagina

Gepubliceerd op 03.03.2018

Henri Storck en zijn nalatenschap

Henri Storck (Oostende 1907- Ukkel 1999) was een Belgische filmregisseur en producent van documentaire films. Hij groeide op in een omgeving van kunstenaars zoals Léon Spilliaert, James Ensor, Constant Permeke en Félix Labisse. In het begin van de jaren 1930 ontdekte hij de camera en experimenteerde met diverse technieken. Hij draaide poëtische, surrealistische kortfilms die uitgroeiden tot klassiekers. Later concentreerde hij zich op sociaal-progressieve thema’s. Zijn realistische stijl plaatst hem bij de internationale avant-garde.

In 1928 richtte hij samen met vrienden en filmliefhebbers een filmclub op te Oostende. Hij liet het publiek kennismaken met de films van Sergej Eisenstein. Als officiële cinegrafist van zijn geboortestad maakte hij sinds 1930 zelf ook documentaires. Gaandeweg werd hij een gewaardeerde documentairemaker met internationale allures, geïnspireerd door Robert Flaherty. Carrièrebepalend was zijn aanwezigheid op het tweede “Congrès International du Cinéma Indépendent” te Brussel (1930). Het congres was een verzamelplaats voor avant-garde filmmakers. Storck vertoonde er zijn poëtische probeersels van de zee, de wind en het zand, onder de titel “Beelden van Oostende”. Germaine Dulac, directrice van de maatschappij Gaumont Franco-Film Aubert nam Storck onder haar vleugels. Hij kreeg de kans om te assisteren bij de film “Dainah la Métisse” van Jean Grémillon (1931). In de zomer van dat jaar keerde hij terug naar Oostende, waar hij de korte speelfilm “Une idylle à la plage” draaide.

In 1933 maakte Storck met de Nederlandse regisseur Joris Ivens de film “Misère au Borinage”. De film, beïnvloed door de Franse surrealistische en Russische school, werd een referentie in de Belgische filmgeschiedenis. Storck verbleef geruime tijd bij de arbeiders om hun dagelijkse leven waarheidsgetrouw in beeld te brengen. Het thema van ellendige levensomstandigheden van arbeiders kwam een paar jaar later opnieuw aan bod in zijn film “Het huis der ellende” (1937). In 1938 richtte hij samen met André Thirifays en Pierre Vermeylen het Koninklijk Belgisch Filmarchief op.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wou Storck zijn filmactiviteiten voortzetten. Hij bood de Duitse filmdistributeur Tobis Brüssel zijn diensten aan. Van 1942 tot 1944 maakte hij het vijfluik “Symphonie Paysanne”, een antropologische film die gefinancieerd werd door de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie. De film, die het boerenleven idealiseerde, bestond uit 5 kortfilms: Lente, Zomer, Herfst, Winter en Boerenbruiloft. Storck bekleedde een aantal functies binnen organisaties die de filmindustrie beheerden tijdens de bezettingstijd.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Storck een referentie inzake kunstfilms door zijn films over Paul Delvaux, Félix Labisse en Pieter Paul Rubens. In 1951 draaide hij zijn enige langspeelfilm “Le banquet des fraudeurs”, fictie naar een scenario van Charles Spaak met als producent Frantz Van Dorpe. Hij werkte in opdracht van de BRT, RTB en andere internationale instellingen en verrichte productiewerk voor films van o.m. Georges Jamin, Luc de Heusch, Henry Brandt en Heinz Sielmann. Tijdens zijn leven bekleedde hij diverse functies: als erevoorzitter van de Association Belge des Auteurs de Films et de Télévision (1992), stichtend lid van het het Centre de l’Audio-visuel à Bruxelles (CBA) en Centre du Film sur l’Art (CFA) en als lesgever aan het Institut des Arts de Diffusions (1966-1968). Als uitgesproken internationalist maakte hij actief deel uit van de Fédération Internationale des Films sur l’Art en l’Association Internationale des Documentalistes (AID). In 1978 ontving hij de titel van doctor honoris causa aan de Vrije Universiteit Brussel en in 1995 aan de Université Libre de Bruxelles (ULB).

In 1988 werd het Fonds Henri Storck opgericht die zijn filmcollectie in beheer nam. Zijn archief werd ondergebracht bij de Université Libre de Bruxelles (ULB). Het bevat reeksen van diverse types documenten, zoals scenario’s, treatments, step outlines, draaiboeken, montageoverzichten, generieken, storyboards, enz. over films die hij realiseerde als filmmaker. Je vindt er bijvoorbeeld stukken over "Misère au Borinage", het vijfluik "Symphonie Paysanne", "Permeke", "Rubens", "Le banquet des fraudeurs", "Le trésor d’Ostende", "Paul Delvaux ou les femmes défendues", "Herman Teirlinck", "Les Portes de la Nation", "Les gestes du silence", alsook kleine projecten (bv. vacances ouvrieres, Westende, folklore, enz.).

Daarnaast vind je er ook documenten over de Filmclub van Oostende, die hij in 1928 mee oprichtte, alsook stukken over de Association Internationale du Ciné, Association Belge des Auteurs de Film en het Belgisch filmarchief. Van de AID zijn briefwisseling, statuten, ledenlijsten en financiële stukken bewaard. Tot slot zijn er ook persknipsels over diverse films, documentatiemappen over regisseurs en tijdschriften.

Bron:

Website Fonds Henri Storck

Archief van Henri Storck. ca. 1930-1990.