Terug naar Archief en collectie in de kijker
Naar vorige pagina

Gepubliceerd op 09.05.2015

Het archief van François Schuiten

De Brusselse striptekenaar François Schuiten (°1956) besloot om zo goed als alle originele platen van zijn strips aan 5 Franse en Belgische instellingen te schenken ter gelegenheid van de 30ste verjaardag van de serie “De Duistere steden”. Zijn passie voor het geïllustreerde boek én verlangen om dit met anderen te delen, haalden de bovenhand. Hij wilde niet alleen zijn werk tegen de tand des tijds beschermen, maar ook voor speculatie behoeden. Met zijn beeldverhalen is hij één van de meest gereputeerde Belgische illustratoren. De tekeningen van zijn hand zijn kunstwerken.

Aan de Koning Boudewijnstichting schonk François Schuiten behalve de originele tekeningen van zijn “Duistere Steden” (die samen met scenarioschrijver Benoît Peeters tot stand kwam) ook de schetsen en tekeningen voor de albums die hij met Claude Renard en zijn broer Luc Schuiten maakte. De ontwerpen voor externe opdrachtgevers die in albums of andere tekeningen (voor decors, affiches, etc.) werden geïntegreerd, blijven eigendom van de familie. De Koning Boudewijnstichting bracht het archief onder in de Bibliotheca Wittockiana, een privéinstelling die in 1983 werd opgericht en actief begaan is met de boekbandkunst.

François Schuiten groeide op in een gezin waar architectuur een belangrijke plaats innam. Zijn vader leerde hem alles over perspectieftekenen, compositie en kleurmenging. Toen hij nauwelijks 16 jaar oud was, verscheen zijn eerste publicatie, een kort verhaal dat in “Pilote Belgique” verscheen. Zijn broer Luc wijdde hem in in de wereld van het beeldverhaal. Midden jaren 1970 volgde hij een opleiding als striptekenaar aan het Brusselse Sint-Lukasinstituut. Daar leerde hij de knepen van het vak van de Negende Kunst: een verhaal vertellen, uitsnijden, kadreren, een plaat uitbalanceren, etc. De studenten gaven een gemeenschappelijke publicatie uit, “Le 9ième Rêve”, een luxeblad waarin alle aspirant-striptekenaars hun verbeelding vrij spel lieten in een kort verhaal. Op het ogenblik dat het eerste nummer uitkwam, had Schuiten zijn eerste bijdragen al gepubliceerd in het populaire stripblad “Métal Hurlant”.

Schuiten en zijn leraar Claude Renard groeiden dichter naar elkaar. Ze ontdekten dat hun tekeningen perfect bij elkaar pasten en hadden schik in verdere samenwerking. Samen maakten ze twee albums: “De Medianen Van Cymbiola” en “De Rail” bijeengebracht in “Metamorfoses”.

Zijn meest bekende reeks “De Duistere Steden” creëerde hij samen met zijn jeugdvriend Benoît Peeters. Het avontuur is een verhaal van vriendschap en verstandhouding. In de laat 19de-eeuwse decors contrasteren antieke koffiepotten en leefgewoonten sterk met de technologische revoluties. De Duistere Steden bevat uiteenlopende beelden, imaginaire conferenties, decorontwerpen, voorstellingen en films, etc. Stad Brussel vormt een verbinding tussen alle verhalen. In "De Koorts van Urbicande" worden een aantal gebouwen geëxtrapoleerd zoals het Stoclethuis of het tentoonstellingspark van de Heizel. Wereldwijd geprezen voor de tekeningen en scenario’s, ontvingen Schuiten en Peeters in 1985 de prijs voor “stripalbum van het jaar” op het Stripfestival van Angoulème. In 2012 kreeg Schuiten de Grote Mangaprijs, die nooit eerder werd uitgereikt aan een niet-Japanse kunstenaar.

Hij werkte ook mee aan de creatie van heel wat illustraties, affiches en postzegels.

Bronnen:

Steekkaart in Archiefbank: Archief van François Schuiten. 1976-2009.

Koning Boudewijnstichting, Het Tijdperk van de Steden, schenking van François Schuiten, 2014.