Terug naar Archief en collectie in de kijker
Naar vorige pagina

Gepubliceerd op 11.08.2015

Humor en satire: historiek van Cartoonfestival Knokke-Heist

Al 54 jaar brengen cartoonisten uit de hele wereld de lach naar de zee. André Desmidt, ondervoorzitter van Heyst Leeft, dook voor 50 jaar Cartoonfestival (2011) in de archieven en reconstrueerde het hele verhaal. Het resultaat is een rijk geïllustreerde tekst vol kleine en grote weetjes. Humorfestival Heist vzw werd opgericht begin jaren 1960. In deze gouden periode bloeide de badstad. Meer en meer aandacht werd geschonken aan de organisatie van evenementen.

Hubrecht Gobert, een jonge licentiaat in de sociale wetenschappen, kwam in dienst als hoofd toerisme. Hij stond mee in voor de organisatie van diverse tentoonstellingen (o.m. de bloemen in Ravelingen en het salon van de humor) om de badstad op de kaart te zetten. De exposities waren een aangenaam vertier die de badgasten bezig hielden op regenachtige dagen.

Het eerste humorsalon ging van start in 1962 met cartoons die als thema “toerist” hadden. Er werden tekeningen tentoongesteld van een 25-tal Belgische cartoonisten (Bob de Moor, Cram, dani, Gal, GoT, hugOKE, Marc Sleen, Pil, Ploeg, etc.). De zomertentoonstelling op de dijk lokte zo’n 17.000 bezoekers.

Voortbouwend op dit grote succes besloot het College van Burgemeester en Schepenen om één jaar later een nieuwe cartoontentoonstelling in te richten met als thema “Toeristisch verkeer”. Het Mechelse Opsinjoorke werd uit het stadhuis van Blankenberge ontvoerd en teruggevonden op de cartoonale…

Het evenement kreeg de status van Internationale Cartoonale en werd een vaste waarde in het feestprogramma van Heist. Humor werd de rode draad. BRT-regisseur Rik Gilles stond mee in voor de organisatie van de eerste tentoonstelling rond internationale humor.

Tijdens de jaren 1970 ontstond er een geschil met cartoonist Tom Smits over het logo met de lachende mannetjes. In de beginjaren had hij deelgenomen aan de wedstrijd. Hij stond zijn rechten af aan Humorfestival die ze gebruikte voor de promotie van het festival. Toen de vzw het logo later ging commercialiseren wou de cartoonist de verspreiding verbieden. Knokke-Heist stopte met het gebruik ervan en schreef een nieuwe wedstrijd uit. Het logo van de winnaar, de Joegoslaaf Aleksander Klas, wordt tot op heden nog gebruikt.

UNESCO riep 1975 uit tot het jaar van de vrouw. Het thema was aantrekkelijk en het bezoekersaantal verdubbelde. Eric Parez, medeorganisator, lanceerde het idee om een Cartoonmuseum op te richten. In december 1977 werd een bescheiden ruimte in de Openbare Bibliotheek te Scharpoord ingericht.

In 1979 veranderde het festival haar naam in “Wereldkartoenale: Festival van grafische humor en satire”. In datzelfde jaar werden ook vzw Humorstad en vzw Initiatief Knokke-Heist geboren. Tijdens de jaren 1980 kwam er een samenwerking tot stand met Stella Artois. Bierviltjes werden gedrukt met tekeningen van 17 Belgische cartoonisten. De 36 verschillende bierviltjes (oplage van 16 miljoen exemplaren) waren niet alleen een unieke reclamestunt, maar ook een verzamelitem.

De Cartoonale vormt een ideaal publicitair middel waarmee de stad naar buiten kan treden als humorstad. De 53ste editie van dit jaar staat in het teken van “Superhelden” en loopt nog tot 2 september op het Albertstrand te Knokke-Heist.

Het volledige cartoonarchief, uitgezonderd van de laatste 4 jaren, is raadpleegbaar via de website van het Sincfala Museum van de Zwinstreek.

Bronnen:

André Desmidt. 50 jaar cartoonfestival Knokke-Heist. 2011.

Steekkaart in Archiefbank: Collectie van Sincfala, Museum van de Zwinstreek