Terug naar Archief en collectie in de kijker
Naar vorige pagina

Gepubliceerd op 08.04.2015

Willy Vandersteen: tentoonstelling 'Het sprekende testament'

Willy Vandersteen heeft als verteller en tekenaar een onmiskenbare stempel gedrukt op de hedendaagse Vlaamse strip. Zijn invloed laat zich tot vandaag gelden. In het kader van de stripcampagne viel ons oog op de activiteit die het Suske en Wiske- Kindermuseum organiseert naar aanleiding van Erfgoeddag 2015. Een aparte tentoonstelling belicht Vandersteens erfenis: waar haalde hij zijn inspiratie vandaan? Hoe is de studio Vandersteen geëvolueerd? Waarom wordt hij de Breugel van de stripliteratuur genoemd?

Vandersteen (1913-1990) groeide op in de Antwerpse volkswijk de Seefhoek als zoon van een beeldhouwer en ornamentmaker. Zijn tekenaanleg en fantasie tijdens zijn kindertijd waren opmerkelijk. Na een opdracht als etalageontwerper bij warenhuis A l’Innovation kreeg hij interesse om striptekenaar te worden. Vandersteen tekende onder andere “De lollige avonturen van Pudifar” voor de kinderbijlage van “De Dag” en “Kitty Inno”. In 1944 trok hij naar de Standaard Uitgeverij met een nieuw stripverhaal. Een jaar later was de strip voor het eerst in de krant te lezen als “Rikki en Wiske in Chocowakije”. De herkenbare situaties, de humor en het volkse karakter vielen in de smaak bij het publiek. Later werd Rikki vervangen door Suske: het eerste album van Suske en Wiske, “Op het Eiland Amoras”, was het begin van een hele reeks.

Het succes was zo groot dat Vandersteen in 1948 ook door het weekblad “Kuifje” werd benaderd. De verhalen van Suske en Wiske die hij tot 1959 voor dit weekblad tekende en bedacht, werden later bekend als de blauwe reeks. Nieuwe verhalen van Suske en Wiske verschijnen tot vandaag in de krant "De Standaard". Andere strips verschenen in onder meer “Ons Volkske”, “’t Kapoentje” en “De Bond”. In 1952 begon hij met de gekende westernstrip Bessy, waarvan bijna 1000 verhalen zijn verschenen, en in 1959 met "De Rode Ridder". De komende decennia zou hij regelmatig nieuwe reeksen beginnen die gebaseerd waren op romans die hij als kind graag had gelezen, zoals Biggles, Robert en Bertrand en Karl May.

In de beginjaren tekende Vandersteen alle stripreeksen alleen. Na verloop van tijd nam hij medewerkers in dienst die hem bijstonden bij het inkleuren, de lettering en het decortekenen. Zo ontstond in 1959 de Studio Vandersteen. Suske en Wiske gaf hij in 1974 uit handen aan Paul Geerts die tot 2002 de reeks zou verder zetten. Vandaag wordt de reeks getekend door Luc Morjaeu. De scenario’s worden verzorgd door Peter Van Gucht.

Het archief met de meeste originele tekeningen van Vandersteen wordt bewaard door zijn familie. In de voormalige villa van Vandersteen in Heide-Kalmthout is nu het Provinciaal Suske en Wiske – Kindermuseum gevestigd. De Studio heeft er nog steeds enkele werkruimtes op de eerste verdieping. Vandaag behoort zijn werk tot het Vlaamse culturele erfgoed. Suske en Wiske is één van de meest gekende tekenverhalen van het Nederlandstalige taalgebied.

Bron:

Peter Van Hooydonck, Willy Vandersteen, Biografie. 1. De Bruegel van het beeldverhaal, 1994.