In de bibliotheek van kasteel d’Ursel in Hingene werden in 2016 vier verloren gewaande partituren van de Italiaanse componist Gaspare Spontini (1774-1851) teruggevonden. Het gaat om vier autografische manuscripten van drie opera’s en een cantate die door specialisten als definitief verloren werden beschouwd:
- Il quadro parlante (melodramma buffo, 1800, Palermo)
- Il geloso e l’audace (drama giocoso, 1801, Rome)
- Le metamorfosi di Pasquale ossia Farsa (farsa giocosa, 1802, Venetië)
- L’eccelsa gara (cantate, 1806, Parijs)
Tijdens de persconferentie werden alvast drie aria’s en één duet voor het eerst in meer dan tweehonderd jaar opnieuw uitgevoerd.
Het is zeer waarschijnlijk dat deze partituren in de hertogelijke bibliotheek zijn terechtgekomen via de erven van Céleste Erard (1790-1878), Spontini’s vrouw en telg van de gerenommeerde familie piano- en harpenbouwers. Sabine Franquet de Franqueville (1877-1941), de echtgenote van hertog Robert d’Ursel (1873-1955) stamde langs moederszijde af van de Erard-dynastie en zo moeten de Spontini-partituren in het bezit van de familie d’Ursel zijn gekomen.
Gaspare Spontini is een van de grote namen uit de operageschiedenis. Hij werd door Hector Berlioz en Richard Wagner zeer bewonderd en zijn werk is nu nog altijd relevant. Dat bewijzen de recente dvd-opname van zijn opera La fuga in maschera (2014) en de opvoeringen van La Vestale in de Muntschouwburg (2015) en van Olympie in het Théâtre des Champs-Élysées in Parijs (2016).
Deze vier ontdekte werken dateren uit een, door gebrek aan beschikbare bronnen, minder bestudeerde periode uit Spontini’s leven, namelijk de overgang tussen zijn vroege carrière in Italië en zijn activiteiten in Parijs, waar hij werd gesteund door keizerin Joséphine. Over die periode schrijft Spontini-specialist Anselm Gerhard in The New Grove Dictionary of Music and Musicians: ‘Minstens twaalf van zijn opera’s kenden hun première in Italië. Het lijkt erop dat hij tussen 1796 en 1802 in Rome, Florence en misschien ook Venetië werkte. Er is echter maar weinig onderzoek gedaan naar de details van zijn vroege carrière of naar de uitvoeringsdata van zijn stukken, omdat vele van deze operapartituren niet bewaard zijn.'
Deze vier teruggevonden werken helpen dus een lacune vullen in de biografie en de artistieke productie van Spontini. Daar waar de drie opera’s belangrijke schakels zijn in zijn operaproductie, onthult de cantate L’eccelsa gara meer informatie over Spontini’s nauwe contacten met Napoleon en Joséphine. Spontini componeerde deze cantate, op een tekst van de Rossinilibrettist Luigi Balocchi, om de overwinning van Napoleon in de slag bij Austerlitz te vieren.
Het belang van deze vondst kan dan ook moeilijk overschat worden: het betreft vier definitief verloren gewaande werken uit een minder gedocumenteerde, maar cruciale periode uit het leven van een van de belangrijkste operacomponisten uit het begin van de 19de eeuw.
Deze partituren zijn niet alleen van groot internationaal muziekhistorisch en artistiek belang, ze vertellen ook een brok boeiende geschiedenis van de familie d’Ursel en dus van het kasteel van Hingene. De kasteelbibliotheek, die vanaf de 18de eeuw werd bijeengebracht, werd samen met een deel van de originele inboedel in 2009 door de hertog d’Ursel in langdurige bruikleen gegeven aan de Provincie Antwerpen.
‘Soms bestaat het leven uit toevalligheden’, zegt Stéphane, de huidige hertog d’Ursel. ‘Als mijn familie en ik niet beslist hadden om te verhuizen, dan zou deze ontdekking zonder twijfel uitgesteld zijn tot de volgende generatie. Bij de verhuis van duizenden fraai gedrukte en ingebonden boeken naar Hingene kwamen immers ook enkele meer eenvoudige banden tevoorschijn. Binnenin zag ik pagina’s vol muzieknoten. “Tiens”, zei ik tegen mezelf, “we hadden een muzikant in de familie”. Tot ik de naam van Gaspare Spontini zag staan. Als historicus herinnerde ik me dat hij iets te maken had met Napoleon. Internet en Youtube leerden me dat Spontini inderdaad beroemd was tijdens het Empire, maar ook dat zijn muziek meer dan interessant en bij wijlen zelfs briljant is.’
Om de partituren verder te bestuderen en klaar te maken voor eventuele uitvoeringen en opnamen, heeft de Provincie Antwerpen een overeenkomst afgesloten met een onderzoeksgroep van de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen.